top of page
3D Onleesbare wereld_edited.jpg

Over het boek

poesiealbum_spread.png

Als meisje had mijn moeder een poesiealbum, maar toen ze haar eigen moeder vroeg om daar iets in te schrijven, bleef de pagina leeg. Mijn grootmoeder kon het niet. Het was deze lege pagina die mij jaren later zou aanzetten tot een journalistieke ontdekkingsreis door de wereld van laaggeletterden.

 

Een op de vijf mensen in Nederland heeft moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. En de helft heeft Nederlands als moedertaal. Dat is ongelooflijk. Hoe red je je als je op straat geen borden kunt lezen? Als de digitale wereld buiten je bereik ligt en je bijsluiters en brieven niet begrijpt? En hoe is het om op te groeien in een gezin met laaggeletterde ouders?

 

In Onleesbare wereld duik ik onder in het leven van laaggeletterden, van Trudi, Vincent, Helen en anderen. Zij gidsen mij door hun wereld van schaamte, smoezen, trucjes en uitsluiting. Maar ook van onderlinge verbondenheid en herwonnen zelfvertrouwen. Ze laten mij toe in hun dubbelleven – onzichtbaar voor wie lezen en schrijven volkomen vanzelfsprekend is. 

 

Wat volgt is een onthullend en indringend verslag over een van de meest verontrustende ontwikkelingen van deze tijd, waarvoor helaas nog altijd veel te weinig aandacht is.

Fragment uit hoofdstuk 1
Het poesiealbum

Trudi en ik kenden elkaar nog geen halfuur toen ze met betraande ogen naar mij opkeek. Ze reageerde op iets in het poesiealbum van mijn moeder dat ik had meegenomen en nu op Trudi’s keukentafel lag.
‘Ik word er koud van,’ zei ze zachtjes. 
Ik schrok. Had ik niet zo met de deur in huis moeten vallen?

Een paar dagen eerder had ik haar gebeld en uitgelegd waarom ik contact had gezocht. Dat ik blij was dat ik iemand zoals zij gevonden had. Dat de loop van onze beide levens zo anders was en dat ik heel graag wilde begrijpen hoe het hare zich had voltrokken. In de woning tegenover de rooms-katholieke kerk in ’t Zand, een stil dorp in de Noord-Hollandse polder, wachtte die ochtend een kordate vrouw van 67 jaar, met een open en vriendelijk gezicht. Ze verontschuldigde zich voor haar legging en het sweatshirt die ze nog droeg vanwege de yogales, ‘nodig om mijn hoofd leeg te maken’. Het huis was ingericht met veel kleine snuisterijen, planten en bloemen, nep en echt. Ze had een bloemenzaak, hoorde ik later.
 
Nadat ze een kopje koffie voor me had neergezet, geïnformeerd had naar mijn reis en mijn tulpen in een vaas had geschikt, en ik haar op mijn beurt complimenten had gemaakt over de kleurige borders in de achtertuin en de praktisch ingedeelde woning, had ik het poesiealbum uit mijn tas gehaald. Het boekje is aangetast door de tijd. De rug heeft losgelaten en het papier vertoont gele vlekjes. Op de voorkant heeft iemand ooit een tekening geplakt van een meisje en een kat. Alleen de achterkant, bordeauxrood imitatieleer, is nog min of meer intact. Ik bewaar het album in een vilten tasje, bang dat het verder uit elkaar valt.

Terwijl ik mijn auto eerder die ochtend op het plein van de kerk parkeerde, zoals Trudi had geadviseerd, dacht ik: ik zal haar eerst zeggen hoe dapper ik het vind dat ze mij, een vreemde, te woord wil staan, de schaamte voorbij. Maar dat deed ik niet. In plaats daarvan klapte ik het poesiealbum open. ‘Kijk,’ zei ik, wijzend naar de versjes en plaatjes. Onze ogen gleden over uitbundige rozen in talloze variaties, blozende meisjes, een engeltje in een blauw gewaad, een vredesduif, een mandje vergeet-mij-nietjes. Alles versierd met gouden en zilveren spikkeltjes die her en der hadden losgelaten en over het papier zwierven. De versjes die erbij hoorden waren al even zoet en gebiedend tegelijkertijd. Wees een zonnetje, een toonbeeld van gehoorzaamheid, vrolijk, oprecht, vertrouw op God, wees lief voor je ouders, noem je kind naar mij, vergeet mij niet, enzovoorts.

‘Wat mooi, dat je dat nog hebt,’ zei Trudi.
Ik knikte. ‘Maar deze pagina is leeg, zie je?’
‘O!’
‘Hier had de moeder van mijn moeder moeten schrijven, mijn oma Marie. Dat staat er ook boven, in potlood geschreven: “mama”.’
‘Dat heeft ze nooit gedaan?’
‘Nee. Ze kon niet schrijven.’

​

​

Fragment uit hoofdstuk 10
Tussen twee werelden

Met hoe weinig woorden kan iemand toe?

Mijn verhaal in dit hoofdstuk begint bij een bezoek aan Albertje Prins, een moeder van twee volwassen kinderen die ik op het spoor was gekomen via de Drentse afdeling van Stichting abc. Albertje had diep in de schulden gezeten, mede als gevolg van haar laaggeletterdheid, en ik wilde daar graag meer over weten.

 

Ze wachtte me op bij het station van Beilen en reed me in haar pauwblauwe auto met felle rukjes aan het stuur naar het Taalhuis, voor haar bekend terrein omdat ze er elke week Nederlandse les volgt, al jarenlang. We mochten er plaatsnemen in een ruimte met een lange tafel, een kleine boekenkast en een zitje dat uitkeek op vitrage met bloemetjesmotief.

Na twee uur (het was lunchtijd en uit de keuken van het welzijnscentrum kwamen geluiden van borden die werden gestapeld) kwam het gesprek op haar twee kinderen.

 

Ze vertelde dat haar jongste, een zoon, ook laaggeletterd is. Hij werkt bij een boer, woont samen en redt zich min of meer. Behoefte aan taallessen heeft hij niet, verzekerde Albertje. De oudste daarentegen, Tamara, leerde als enige in het gezin goed lezen, schrijven en rekenen. Haar ouders hadden dankbaar gebruikgemaakt van de vaardigheden van hun dochter. Tamara zat nog op de basisschool toen ze al hielp met formulieren, de belastingaangifte en brieven van de gemeente. Ik stelde me voor wat dat moet betekenen voor een kind. Dat je je als tiener verantwoordelijk voelt voor de financiën en misschien wel geldzorgen met je meedraagt, snel volwassen moet worden waarschijnlijk.

 

Terwijl je onbezonnen met leeftijdgenoten zou moeten optrekken, verliefd zou moeten worden en op je bed doelloos naar het plafond zou moeten liggen staren. Het bleek veel complexer en indringender dan ik dacht, zo bleek uit wat Albertje over haar dochter vertelde en waarover Tamara zelf later zou uitweiden.

 

Ik ontmoette nog twee volwassen kinderen van laaggeletterde ouders, wier ervaringen opmerkelijke overeenkomsten vertoonden. Taal, zo realiseerde ik me, is nog wezenlijker voor ons welbevinden dan ik dacht.

​

3D Onleesbare wereld.png

Verschijnt 28 oktober 2025

bij Uitgeverij Balans

 

Bestel het meteen bij de uitgever of

bij de boekhandel 

 

Wil je voor een organisatie of instelling

meerdere exemplaren bestellen?

Vraag de uitgever naar

de kortingsmogelijkheden.

​

ISBN 978 94 638 2430 9

Paperback

€ 23,99

​

​

bottom of page